De
insuline waarmee gespoten wordt, mag op kamertemperatuur bewaard
worden. Het is dan vier weken houdbaar. De voorraad insuline (ampullen
of wegwerppennen) moet in het midden van de koelkast bewaard worden of
in de groentela, echter niet tegen het vriesvak aan. Als de insuline
bevroren is geweest, gaat de werking ervan achteruit.
Bewaar insuline ook niet in de deur van de koelkast
omdat dit te veel temperatuurschommelingen geeft bij het openen van de
deur. Mits u de insuline op de juiste manier in de koelkast bewaard, is
deze houdbaar tot de datum die op de verpakking
staat.
• Ook op vakantie moet de insuline koel
bewaard worden. Hiervoor zijn hulpmiddelen
(koeltasjes) verkrijgbaar. Neem ook altijd een
diabetespaspoort mee en een extra recept voor insuline.
• Op de
wintersportvakantie kunt u de insuline die u nodig heeft het beste
onder uw winterjas bewaren. Laat het niet bevriezen.
• Bevroren
insuline niet meer gebruiken i.v.m. kwaliteitsverlies.
•
Bewaar teststrips in de eigen verpakking. Dit biedt bescherming tegen
licht en luchtvochtigheid.
• Teststrips waarvan de
houdbaarheidsdatum is verlopen, zijn niet meer betrouwbaar. Na de
opening van een potje zijn de teststrips drie maanden houdbaar. Tip:
schrijf de datum waarop u het potje voor de eerste keer opent op het
potje.
• Afhankelijk van het merk moet de bloedglucosemeter
bewaard worden tussen de +6 en maximaal +44 graden Celsius.